Parenteel van de familie Terpstra
Generatie I
I. CLAES JANSZ.
* ca. 1565 Marssum
~ zo. 26 sep. 1610 ned.herv. Doopsgezind
Claes woonde rond 1600 in Marssum.
Claes deed op gevorderde leeftijd belijdenis in de NH kerk.
Uit het doopboek van Marssum blijkt dat toen ook enkele van zijn kinderen gedoopt werden in dat jaar, de anderen waren kennelijk al te oud.
+ na 1628
zn van JAN
x ca. 1590
RIEME OEPKEDR
* ca. 1565,
~ di. 18-1-1628 lidmaat van de Hervormde kerk.
Claes Jans en Rieme Oepkedr. kopen land bij Marssum ten naaste van de Heeringa lanen op 15-2-1597.
In het rechterlijk archief Menaldumadeel 01 blz.96 wordt op 22 mei 1613 geregistreerd dat Claas Jans wonende te Marssum en Rieme Oepke, echtelieden, bekennen f50 schuldig te zijn aan de Hr. Sjoucke Andries te Marssum. <c>
Verder vermeldt het rechterlijk archief Menaldumadeel A7 dat Claes Jansz. begeert de koop van een huis met toebehorende plaatse staande en gelegen binnen het dorp Marssum, door koop gekocht van Sjoucke Andries met fiat op 11-2-1617. <c>
Uit dit huwelijk:
- JAN CLAESZ. * ca. 1590 Marssum
- DIRCK CLAESZ. * t.1590 en 1595 Marssum volgt II.a.
- SAECK CLAESZ. * ca. 1601 Marssum
~ do. 16 dec. 1610 Marssum
Hij was toen hij gedoopt werd 8 of 10 jaar oud . Nederlands Hervormd gedoopt
- PYTER CLAESZ. * ca. 1602 Marssum volgt II.b.
Generatie II
II.a. DIRCK CLAESZ.
* tussen 1590 en 1595 Marssum
~ 1618
Hij werd gedoopt toen hij in ondertrouw stond.
Hieruit blijkt dat hij als kind niet gedoopt was en dat zijn ouders
doopsgezinde principes huldigden.
Gortmaker. Gort was volksvoedsel voordat de aardappel zijn intrede deed.
+ in 1647
x (1) do. 29 nov. 1618 Leeuwarden
BRECHT WYTSEDR.
* ca. 1590 Boksum
+ in 1620
In het rechterlijk archief Menaldumadeel I6 weesboek wordt de
erfenis vastgelegd na het overlijden van Brecht Wytses bij akte
van 24-2-1620. Hierin wordt de hele inboedel vermeld, wat op
zich vrij mager was. Wel staat er veel kleding bij, waarschijnlijk
zat Brecht dus goed in de kleren.
o (2) wo. 07 apr. 1621
x ca. 1621 Marssum
WYTSKE HENDRICXDR.
* ca. 1590 van Raard (westdongeradeel)
+ na 1647
In het rechterlijk archief Menaldumadeel O3 geregistreerd
2-2-1625 bekent Dirck Claesz. en zijn huisvrouw Wytske
Hendrickx te Marssum bij koopbrief f.155 schuldig te zijn voor
de koop van huis en hovinge bij Tjaerdt Aeriens nagelaten te
Marssum. Dirck Claesz. bekent niet te kunnen schrijven en met
beide handen en de hand van de notaris de akte te hebben
onderschreven. <c>
Uit het 1e huwelijk:
- NN DIRCKS
* in 1619 of in 1620
+ in 1619 of in 1620
Uit het 2e huwelijk:
- BRECHT DIRCKDR. ~ do. 06 jan. 1622 Marssum
- BRECHT DIRCKDR. ~ do. 18 mei 1623 Marssum
x JELLE PYTERS.
- PYTER DIRCKZ. ~ do. 05 dec. 1624 Marssum
x voor 1647 Marssum
BAUKE LUYTIENS
* ca. 1620
In het rechterlijk archief Menaldumadeel A14 koopt bij koopbrief op 21-2-1647 Pyter en Bauke het huis met hovinge staande en gelegen te Marssum aan de Heereweg voor de
helft van zijn moeder Wytske voor f.225 met daarin de helft van de gortmolen en paard en gereedschap. Ook de andere helft verkoopt Wytske als weduwe. Deze akte meldt de
koper niet, maar waarschijnlijk is dit ook Pyter Dirckz.
- AET DIRCKDR. ~ do. 01 jun. 1628 Marssum
- JAN DIRCKZ. ~ do. 21 mrt. 1630 Marssum
- TIALLINGH DIRCKZ. */~(n.h.) do. 27 apr. 1634, volgt III

Generatie III
III. (van II.a) TIALLINGH DIRCKZ.
* do. 27 apr. 1634
~ (ned.herv.) do. 27 apr. 1634 Marssum <c>
Mr. Smid te Oosterwierum
In 1655 verkocht Carst Cornelisz. de smederij te Oosterwierum
aan hem. Zij waren op dat moment echtelieden te Dokkum,
x zo. 20 okt. 1658 Voor het gerecht te Rauwerdhem <c>
(RA Rauwerdhem P2fol1)
GRIETJE CLASESDR.
uit Rauwerd/van Irnsum
Uit dit huwelijk:
- WYTSKE TJALLINGS
* ca. 1660 volgt IV.a.
- CLAES TIALLINGHX
* ca. 1670 Oosterwierum volgt IV.b.

Generatie IV
IV.a. (van III) WYTSKE TJALLINGS
* ca. 1660,
Zij verkoopt in 1703 de helft van een huis aan haar broer Claas.
x do. 10 feb.1684 Mantgum (DTB 58)
CLAAS JANS
~ (n.h.),
Claas was NH. In 1685, een jaar na zijn trouwen werd hij
belijdend lid, dus gemengd huwelijk,
Mr. Bakker te Mantgum
+ in 1706.
Uit dit huwelijk:
- TJALLING CLASES
* ca. 1685,
~ (ned.herv.)
Smid te Oosterwierum
In 1742 werd de smederij verkocht aan Sake Rintjes.
In 1744 woonde er 2x een Tjalling Clases in Oosterwierum.
De ene Tjalling was waarschijnlijk zoon van Wytske Tjallings
(de mannelijke tak van haar broer neemt later de naam Terpstra aan).
Echter deze staat niet in DTB 78 in het archief, dus mogelijk toch van iemand anders een kind. De andere Tjalling Clases was het kind van Wytske's broer
Claas Tjallings en is dus een neef van deze Tjalling.
x NN
Zij hadden 5 kinderen, in 1744 in ieder geval nog 3
<c>
- SYDTSKE
* do. 16 aug. 1685 Mantgum (DTB 78)
- JANCKE
* do. 30 jan. 1687 Mantgum (DTB 78)
- JANCKE
* do. 10 jun. 1688 Mantgum (DTB 78)
- JANCKE
* do. 09 mrt. 1690 Mantgum (DTB 78)
IV.b. (van III) CLAES TIALLINGHX
* ca. 1670 Oosterwierum
Smid&Boer te Oosterw.
+ tussen 1725 en 1726
x vr. 13 jan. 1696
(laatste proclamatie) voor het gerecht te Baarderadeel <c>
(RA BAA P5fol438verso)
SYBRICH YNSES
* ca. 1674
+ tussen 1742 en 1743 Oosterwierum
dr van YNSE GERLOFS, Huisman tot Oosterwierum, en GEERTJE SYBRENS
Uit dit huwelijk:
- TJALLING CLAESESZ.
* t.1696-1707 Oosterwierum volgt V.a.
- PYTER CLAESESZ.
* t.1696-1707 Oosterwierum volgt V.b.
- FOLKERT CLAESESZ.
* t.1696-1707 Oosterwierum
x N.N.
6 kinderen
- HETTY CLAESESZDR.
* t.1696-1707 Oosterwierum
- GERRIT CLAESESZ.,
* t.1696-1707 Oosterwierum
- GEERTIE CLAESESDR.
* t.1696-1707 Oosterwierum
x zo. 28 apr. 1726 Mantgum <c>
DOUWE JANS
* Mantgum
- GRIETJE CLAESESDR.
* na 1707 Oosterwierum, volgt V.c.
In 1700 Claes reeds boer (floreen- en reeelcohieren): Eigenaar nr.15 te Oosterwierum,
In het rechterlijk archief op 31-7-1702 blijkt Geertje Sybrens , Sybrichts moeder, te zijn overleden,waarbij Claes Tjalling en Gerlof Inses met Sicke Eeltjes curatoren zijn over het testament
over de minderjarige broer van Sybrich, Sybren oud 16 jaar. <c> (RA BAA N13)
In 1703 koopt Claas Tjallings de helft van een huis van Wytske Tjallings. De andere helft heeft hij al. <c>
In 1714 met de volkstelling hadden zij 6 kinderen boven de 7 jaar en 1 kind onder de 7 jaar. 6 zijn er dus tussen 1696 en 1707 geboren en 1 na 1707. <c> (RA BAA 36)
In 1725 kwam Claas zelf nog voor, maar in 1728 werd de weduwe in zijn plaats gemeld.
In 1726 wordt zijn vrouw ook als weduwe vermeld in het personele cohier Oosterwierum,
In 1742 koopt Sake Rintjes de smederij en huizinge van Sybrich Ynses, weduwe v. Claas Tjallings.
In 1743 was de erfenis.Tjalling Clases, haar zoon, huurde land van haar.
Sybrich kwam in de volkstelling van 1744 niet meer voor.

Maak jouw eigen website met JouwWeb